Ontvanger
Hoe gebruik je een bouwlaser met ontvanger?
Voordelen van een laserontvanger
Werken met veel daglicht
Wanneer je een laser in combinatie met een handontvanger gebruikt, geeft dit je meer mogelijkheden. Bijvoorbeeld als je werkt in een omgeving met veel daglicht. Door daglicht is de laserlijn voor ons minder goed zichtbaar. Dit kan gebeuren als je in een ruimte werkt met veel ramen of wanneer je de laser buiten gebruikt. In deze omstandigheden gebruik je een ontvanger. Hoewel de laserstraal voor ons niet meer goed te zien is, vangt een ontvanger deze zonder problemen op. Toch heeft daglicht ook invloed op het bereik van een ontvanger. Schijnt er veel zon op de ontvanger? Dan kan dit wel 10% tot 20% minder bereik betekenen.
Meer bereik
De laserlijn van een lijnlaser of roterende laser is tot een bepaalde afstand goed zichtbaar. Werk je op een grotere afstand, dan is de lijn voor ons niet voldoende zichtbaar om goed mee te kunnen werken. Ook in deze situatie gebruik je een ontvanger. Hiermee kun je het bereik soms wel verdubbelen! In de specificaties van elke laser staat het bereik met of zonder ontvanger.
Soorten laser ontvangers
Er zijn ontvangers voor zowel lijnlasers als roterende lasers. Deze ontvangers zijn dan ook speciaal voor dit type gemaakt. Een lijnlaser ontvanger werkt bijvoorbeeld niet op een roterende laser en de ontvanger van een roterende laser werkt niet in combinatie met een lijnlaser.
Handontvanger
De meest gebruikte ontvanger bij een laser is een handontvanger. Wanneer je zoekt naar een handontvanger, zul je zien dat er twee soorten zijn. Een basis ontvanger en een milimeterontvanger met groot LCD-scherm. Bij de basisontvanger lees je met behulp van LED’s en pijlen af waar de ontvanger zich bevindt ten opzichte van laserlijn. Daarnaast geeft de ontvanger een pieptoon af. Wanneer de ontvanger de lijn opvangt, maar niet op het nulpunt, zal de ontvanger een snelle pieptoon afgeven. Zodra het nulpunt van de ontvanger op hoogte van de laserstraal is, zal er een constante piep hoorbaar zijn. Zo kun je het nulpunt ook makkelijk vinden wanneer het display minder goed af te lezen is door bijvoorbeeld veel zonlicht.
Een milimeterontvanger heeft een groter ontvangstvenster en zal de laserlijn daardoor sneller opvangen. Daarnaast is de afstand tot de nullijn in milimeters af te lezen, zoals de naam al doet vermoeden. Vaak heeft een milimeterontvanger ook een instelbare nulpositie, waardoor het overnemen van hoogtes nog makkelijker wordt. Zo hoef je niet steeds opnieuw het nulpunt op te zoeken, maar kun je het verschil makkelijk aflezen in millimeters.
Een handontvanger kun je op een meetbaak plaatsen of los op de gewenste positie. Veel ontvangers hebben magneten op de bovenkant, zodat de ontvanger ook op een metalen oppervlak bevestigd kan worden.
Machineontvanger
Naast handontvangers, zijn er ook machine ontvangers. Zoals de naam al aangeeft, gebruik je deze ontvanger op een machine. Zo kun je een machine op de juiste positie zetten met behulp van de bouwlaser en ontvanger. Ook kun je met de ontvanger hoogtes bepalen wanneer je bijvoorbeeld werkt met een graafmachine of bulldozer. De machinist kan dan makkelijk zien wat de juiste hoogte is zonder uit de cabine te hoeven klimmen.
Hoe werkt een laser ontvanger?
Een ontvanger geeft door middel van pijlen of millimeters en een akoestische toon – oftewel piepgeluid – aan of de ontvanger naar boven of beneden bewogen moet worden. Wanneer je het nulpunt gevonden hebt, zal er op het display een lijn verschijnen en de snelle piepjes overgaan in een aanhoudende piep. Belangrijk bij het zoeken van het nulpunt, is dat je de laserlijn altijd van dezelfde kant benadert. Beweeg de ontvanger bijvoorbeeld bij elke meting van boven naar beneden. Zelfs met een ontvanger kan er een minimale afwijking zijn. Wanneer je bij een tweede meting de ontvanger van onder naar boven beweegt om de lijn te zoeken, zal de meting minder nauwkeurig zijn.
Nauwkeurigheid ontvanger
Op een laserontvanger kan vaak de nauwkeurigheid ingesteld worden in millimeters. Een algemene regel hierbij is om voor korte afstanden de hoogste nauwkeurigheid te gebruiken en bij langere afstand een lagere nauwkeurigheid. De keuze kan ook afhangen van de werkzaamheden. Gebruik je de laser bijvoorbeeld voor grondwerk of het op hoogte stellen van ankers. Bij iedere klus zal een andere nauwkeurigheid nodig zijn.
Tips voor het gebruik van een ontvanger
- Werk met een ontvanger altijd van de zon af om een zo groot mogelijk bereik te houden en om valse detectie door UV-licht te voorkomen.
- Werk met een ontvanger altijd vanaf 1 positie om meetfouten te voorkomen. Meet dus altijd van boven naar beneden óf van beneden naar boven richting de lijn.
- Gebruik geen panlat maar een meetbaak met een doosniveau (libel). Zo voorkom je meetfouten. Als je een lat te scheef houdt, zal de hoogte verschillen.
- Kies de nauwkeurigste instelling van de ontvanger die voor je werkt. De meeste ontvangers hebben een instelbare nauwkeurigheid. Door de nauwkeurigheid te verlagen zal de ontvanger meer weergeven als “goed”. Bijvoorbeeld een ontvanger met 3mm nauwkeurigheid zal in het midden een bereik van 3mm weergeven als “middenlijn”. Een hogere nauwkeurigheid kan er wel voor zorgen dat de middenlijn onrustiger wordt getoond. Hierbij lijkt het alsof het midden slecht wordt weergegeven en schakelt tussen omhoog – midden – omlaag. In dit geval kun je de nauwkeurigheid 1 stap verlagen.
- Gebruik bij roterende lasers altijd de hoogste rotatiesnelheid. Hierdoor zal de ontvanger sneller reageren en dit werkt prettiger.